Online vertrouwen in een interactief webinar

Dilemma’s

Het was een dilemma voor ons als facilitators van een webinar over online intervisie. De 20 aangemelde deelnemers kwamen natuurlijk maar kort bij elkaar en dan ook nog alleen online. Ze kenden elkaar niet. En toch wilden we vertrouwen creëren en samen op een goede manier als proef kort een intervisiecasus van een van de deelnemers bespreken. Zoveel onderling vertrouwen dat in die casus een deelnemer ons een werkelijk dilemma voorlegt. En daarmee dus ook zijn of haar professionele kwetsbaarheid toont. Als is het maar voor even.
Maar als facilitator en psycholoog wilde ik ook vanuit mijn beroepsethiek handelen. De veiligheid en de vertrouwelijkheid waarborgen. En zoveel kwaliteit leveren dat de casusinbrenger zich gezien en gehoord voelt.

Hoe ontwerpen we dit webinar zodat dit mogelijk wordt en hoe faciliteren we het?

Dit was het vraagstuk dat voorafging aan het interactief webinar dat Hans Paul Sparenberg (InteractionViewer) , Sibrenne Wagenaar en ik op 7 maart via de LOSmakers hebben gehouden. Lees hier ook Sibrenne’s blog over de aanleiding, structuur en de opbrengst van dit webinar.

Benodigde vertrouwen

Het voert hier te ver om diep in te gaan op het brede en interessante onderwerp van (professioneel) vertrouwen. De focus ligt hier op het benodigde vertrouwen voor de totstandkoming van dit webinar.
Dat vertrouwen komt voor mij, zoals ik het nu zie, in grote lijnen overeen met ‘active trust’. Pauline Voortman (Trustworks), beschrijft dit in haar interessante proefschrift (p. 31, Vertrouwen Werkt, Amsterdam | Rome, 2012). Zij haalt daar organisatiewetenschapper Guido Möllering aan die in zijn dissertatie (2003) vanuit de sociale wetenschappen drie stromingen onderscheidt waarmee het thema vertrouwen wordt benaderd:

“De derde stroming noemt hij de as-if approach die omschreven kan worden als ‘active trust ‘waarbij het gaat om het proces van de ontwikkeling van vertrouwen tussen personen. Hij citeert Giddens (1994b,186f) die schrijft: ‘Active trust is trust that requires to be ‘worked on’ continuously by the actors involved through mutual openness and intensive communication; it reflects contingency and change in an ongoing process of reflective constitution’.” (p.31)

Zonder deze ‘active trust’ is naar mijn idee een goede intervisiesessie niet mogelijk, ook al is die kort en online.

Wat zijn de voorwaarden om online iets van dit vertrouwen te creëren? Wat werkte wel en wat werkte niet in dit webinar?

Voorbereiding

  • Een goede voorbereiding geeft structuur en biedt daarmee veiligheid. Dus een goed draaiboek, een goed geformuleerde opdracht voor de deelnemers en duidelijke afspraken tussen de drie facilitators. Zoals voor een deel natuurlijk ook geldt voor face to face trainingen.
  • Aanmeldingen voor het webinar op het laatste moment werden niet meer toegelaten als de deelnemer niet ook van tevoren zijn of haar casus via de InteractionViewer wilde invullen. Dit om te voorkomen dat er gebrek aan commitment was bij sommige deelnemers. Dit zou ook weer verstorend kunnen werken op het gevoel van veiligheid van de andere deelnemers. Of de deelnemer zijn of haar casus van tevoren met de andere deelnemers wilde delen of niet, was vanzelfsprekend een eigen keuze.
    Wat werkte? De structuur werkte naar mijn idee bij het creëren van een open houding. Ook leken alle deelnemers geïnvolveerd en bereid een open gesprek aan te gaan. Maar de techniek haperde wat en dat is een element dat verstorend werkt op de structuur en de online veiligheid. Een goed werkende techniek is zeer belangrijk voor een online synchrone interactieve bijeenkomst. Meer dan face to face zijn we voor het totstandbrengen van onderling contact dan afhankelijk van die techniek.

Vertrouwelijkheid

  • Deelnemers kenden elkaar niet van tevoren en hadden ook geen apart document getekend met door hen zelf opgestelde uitgangspunten zoals gebruikelijk in een intervisiegroep. Wij kozen om in de uitnodigingsmail het zo te formuleren: “Vanwege het eenmalig karakter van deze toolverkenning, kiezen we voor de oplossing om hierbij jouw inlog in iV in de groep De LOSmakers ook aan te merken als toezegging dat je de informatie uit de casussen en datgene wat daarover wordt gedeeld in het webinar op 7 maart, niet met anderen buiten de iV groep De LOSmakers zal delen.”. Daarnaast konden deelnemers voor het webinar zelf er bij het invullen van hun casus in de InteractionViewer voor kiezen om hun casus al dan niet te delen met anderen.
  • Als facilitators namen we het besluit om het webinar niet op te nemen, ook niet na eventuele toestemming van de deelnemers. Wij waren van mening dat dit inbreuk zou betekenen op het vertrouwen dat tijdens het webinar opgebouwd moest worden. Ook leek het in strijd met de ‘intervisie-gedachte’ die uitgaat van een veilige ruimte, waar voor iedere deelnemer vertrouwelijkheid gewaarborgd is.
    Wat werkte? Sommige deelnemers gaven aan dat het een belemmering was geweest om open te zijn, omdat zij elkaar niet kenden. Een enkeling had daarom geen casus ingevuld. Voor anderen was het voldoende geweest dat het onderwerp van vertrouwelijkheid op bovenstaande manier was vorm gegeven in de uitnodigingsmail. De meesten gaven aan wel vertrouwen te ervaren gedurende het webinar.

Intervisiemethode

  • Van tevoren was er door Hans Paul Sparenberg en mij naar ingediende casussen gekeken en was er een soort voorselectie gemaakt welke casussen mogelijk geschikt waren voor de korte intervisieronde in het webinar. Deze overweging is voorgelegd aan de deelnemers met de vraag wie van deze ‘geselecteerden’ zijn of haar casus zou willen voorleggen aan de anderen.
  • Als facilitator van de korte intervisiesessie van 20 minuten heb ik gekozen voor de methode Helpende Vragen (p. 213, Monique Bellersen, Inez Kohlmann, Praktijkboek Intervisie, Kluwer, 2013). In deze methode wordt vrijwel geen advies gegeven en de inbrenger houdt controle op de aan haar of hem gestelde vragen. Naar mijn idee bood dit de beste veiligheid voor de inbrenger en zouden er geen zaken opgeroepen worden die in het korte tijdbestek van 20 minuten niet uitgewerkt zouden kunnen worden.De deelnemers stelden hun vragen naar aanleiding van de casus in de chat. De inbrenger beantwoordde de gestelde vragen mondeling. Als facilitator las ik de vraag uit de chat voor en vroeg aan de inbrenger of ze die wilde beantwoorden of niet.
  • Wat werkte? De inbrenger gaf aan dat zij zich in de intervisieronde prettig had gevoeld en vertrouwen had ervaren. Ze was ook werkelijk met haar casus verder gekomen. Deelnemers gaven later aan dat de vragen in de chat voor hen snel onoverzichtelijk werden. Zij stelden ook voor dat gedragsregels voor het hanteren van de chat wenselijk zouden zijn, zodat er geen storende andere uitwisselingen leesbaar zouden zijn. Dit zou het overzicht en daarmee waarschijnlijk de veiligheid vergroten.

Welke kennis en inzichten heeft deze korte online intervisieproef wat betreft online vertrouwen ons zoal opgeleverd?

  • De algehele indruk dat online intervisie een grote potentie heeft. Dat het mogelijk is om online in een groep tot vertrouwen te komen.
  • Dat het meer dan bij face to face intervisie om een zeer goede voorbereiding vraagt. Dat er nog veel meer ervaring in de uitvoering nodig is.
  • Dat de techniek in principe vlekkeloos moet verlopen, omdat een niet werkende techniek, meer dan bij een gewoon webinar, het vertrouwen en de diepgang ondermijnt.
  • Dat er een maximaal aantal deelnemers van 5 tot 8 nodig is voor structurele online intervisie. De groep van 20 werd als te groot ervaren. Online is dat bijvoorbeeld al direct merkbaar bij het gebruik van de chat voor de vragen. Het was natuurlijk ook maar een proef binnen een webinar.
  • Dat de vraag opkomt of er eerst al dan niet een of meer face to face intervisie sessies nodig zijn.
Share this column ... Share on facebook
Facebook
Share on google
Google
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
Linkedin